De NAGEBOORTE; de laatste fase van je bevalling
De eerste weeën, minuten ertussen tellen, puffen, weeën opvangen, weeën wegzuchten, persen… Je hebt het allemaal achter de rug en je hebt je baby in je armen. Het zware werk is gedaan, maar je bent nog niet helemaal klaar. De placenta moet er nog uit. Gelukkig is de nageboorte peanuts vergeleken met de rest van de bevalling.
De nageboorte
De placenta heeft de hele zwangerschap je baby alles gegeven wat het nodig had. Maar als de baby er eenmaal uit is en de navelstreng is doorgeknipt, heeft de placenta geen functie meer. Na de bevalling krijg je vaak nog wat naweeën waardoor je baarmoeder samentrekt en de placenta los komt. Met een paar keer persen komt de placenta er - normaal gesproken - zo uit. Meestal gebeurt dit 10 minuten tot een half uur na de geboorte van je kind. Als de nageboorte wat te lang duurt, kan de verloskundige of gynaecoloog je een injectie met oxytocine geven. In een enkel geval moet de placenta operatief verwijderd worden.
Check
De verloskundige of arts zal de placenta goed controleren. Het kan zijn dat er een stukje van de placenta of van de vliezen achterblijft in de baarmoeder, wat voor problemen kan zorgen. De verloskundige of gynaecoloog checkt dus goed of alles er uit is. Ook onderzoeken ze de placenta om te kijken of deze goed zijn werk heeft gedaan. Dit kan belangrijk zijn voor de gezondheid van je baby en voor eventuele volgende baby’s. Omdat de placenta vast zat aan de binnenkant je baarmoeder, blijft daar een wond achter. Dat is de reden waarom je na de bevalling nog een paar dagen bloed verliest.
Wat gebeurt er met de placenta?
In principe gooit de verloskundige of gynaecoloog de placenta weg. Maar misschien heb jij er andere plannen mee. In sommige culturen is het gewoonte om de placenta te begraven en er bijvoorbeeld een geboorteboom op te planten.. Wil jij niet dat ze je placenta weggooien? Vertel dat dan op tijd aan je verloskundige of gynaecoloog.