Spelletjes voor baby’s van 0-6 maanden:

• Stop een aantal potloden in verschillende kleuren in een grote, dikke, doorzichtige plastic zak, die niet kapot kan en goed afsluitbaar is. Leg de zak net binnen het bereik van je baby. Wanneer baby’s op hun buik liggen, versterken ze zowel hun arm- als nekspieren door hun handjes uit te steken naar de zak. Let goed op je baby tijdens dit spelletje.
• Wanneer je baby geluiden begint te maken, neem ze op en speel ze af voor hem/haar. Observeer hoe je baby reageert op zijn eigen geluid. Als het je kleine stimuleert, neem dan verschillende geluiden op in huis, zoals de beltoon van een telefoon of muziek. Met deze oefening leert je baby geluiden herkennen, waardoor hij/zij later het onderscheid tussen verschillende woorden kan maken. Baby’s onthouden geluiden en woordpatronen die voor hen worden herhaald. De volgende keer dat ze de geluiden horen, zullen ze bekend in de oren klinken.
• Terwijl je baby op zijn buik ligt, neem je twee houten lepels en tik je die tegen elkaar. Op manier lok je de baby naar je toe. Versterk het geluid naarmate je kindje dichterbij komt. In hun vijfde en zesde maand, wanneer baby’s kunnen zitten, kan je houten lepels geven om geluid te maken. Hou zeker toezicht tijdens het spelen.

• Plaats een stuk speelgoed voor je baby en verberg het dan. Nadat je het hebt verborgen, vraag je “Waar zou het zijn?” en “Is het hier, is het daar?” terwijl je ernaar zoekt. Kijk hoe je baby reageert. Kijk naar zijn ontwikkeling telkens wanneer je dit spelletje speelt. Gaan zijn oogjes naar de plek waar je het speelgoed hebt verstopt of zal je kleine proberen om ernaartoe te schuiven?

Spelletjes voor baby’s van 6 tot 12 maanden:

• Muziekspeelgoed trekt altijd aandacht. Plaats het speelgoed in verschillende delen van de kamer en zet het geluid aan. Vraag dan waar de muziek vandaan komt. Zal je kleine het gaan zoeken? Wanneer je baby er ernaartoe gaan leg het dan op een andere plaats in de kamer en stel de vraag opnieuw. Als ze kunnen kruipen, leg het dan ergens waar ze erbij kunnen.
• In deze maanden is het spelen met poppen heel leuk om te doen. Gaan ze ernaar op zoek als je ze achter je rug verstopt? Verberg ze nu op het hoofd van de baby, achter hem, of onder een kussen. Haal ze weer uit en praat ermee. Leg de pop dan in de handen van je baby en bekijk wat hij doet. Herhaal dit spelletje af en toe totdat ze jou proberen na te doen.
• Maak een klimzone om de klimvaardigheden van je baby te verbeteren. Leg daarvoor geleidelijk meer en meer grote kussens op elkaar (eerst 2, dan 3, misschien zelfs 4!). Leg een stuk speelgoed op de top van de “ultieme berg” die ze beklimmen en proberen te bereiken. Hou je kind altijd in het oog terwijl het klimt. Dit spel helpt bij de ontwikkeling van motorische basisvaardigheden.
• 9-10 maanden is de ideale periode om begrip van ‘in’ en ‘uit” te ontwikkelen. Stop een stuk speelgoed in een emmer of een tas. Help je baby om het eruit te halen. Zeg de woorden ‘in’ en ‘uit’. Je kan dit spel zo vaak herhalen als je wil.
• Neem een set verschillende ringen of hoepels van verschillende grootte en indien mogelijk, verschillende kleuren, die voor de leeftijd van jouw baby geschikt zijn. Orden ze van klein naar groot en omgekeerd. Leg uit wat je doet terwijl je ze rangschikt volgens grootte en kleur. Plaats ze op de vingers van je baby en laat ze vasthouden, weggooien en terughalen.

• Help je baby vertrouwd te raken met zijn of haar omgeving wanneer je thuis moet blijven. Wanneer je samen een kamer binnenkomt, hou dan even halt om de kamer te benoemen en leg uit waarvoor ze dient. De volgende keer stop je bij een meubelstuk en leg je de kenmerken ervan uit, waarbij je geluiden introduceert. Moedig je baby aan om de geluiden die jij laat horen te herhalen, als ze dat kunnen. Als je kleine 10 maanden oud is, kunnen er geheugenverbindingen worden gecreëerd en dit soort activiteiten kan zeer nuttig zijn.

Spelletjes voor peuters van 12 tot 24 maanden:

• Lees tussen 12 en 16 maanden boeken die lekker de aandacht trekken. Laat je kindje naar de prenten kijken. Introduceer voorwerpen en vormen uit de prenten. Later, nadat je ze getoond hebt, vraag je “Waar is dit? Waar is dat?”
• Wanneer ze 16 maanden zijn, beginnen ze meer woordjes te leren en het is belangrijk om dat te ondersteunen. Maak sokpoppen of ballonfiguren en verzin verhaaltjes met de poppen. Op die manier ontwikkel je hun creativiteit en woordenschat.
• Na hun 16de maand kan je beginnen spelen met puzzels en blokken.
• Vanaf 18 maanden zijn memorykaartjes belangrijk om vormen, voorwerpen en begrippen met elkaar in overeenstemming te brengen. Door de voorwerpen op de kaarten te combineren en er een verhaal aan te verbinden, help je de woordenschat te ontwikkelen.
• Kinderen rond de leeftijd van 2 jaar vervelen zich snel. Dit zijn enkele suggesties om hen bezig te houden:
  - Speel het “raad eens”-spelletje: “Hmmm ... Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is ... rood! Kan jij raden wat het is?”
  - Als er mensen in de buurt zijn, deel ze dan op in categorieën. "Zeg eens hoeveel mannen en vrouwen je ziet! Hoeveel blonde vrouwen zie je?”, enzovoort.
  - Je kan ook telspelletjes doen op basis van observaties, zoals “Kijk eens naar de lucht, hoeveel wolken kan je zien? Hoe ziet die wolk eruit?” Enzovoort.
• Ga gezellig samen dansen en bewegen op muziek. Terwijl je danst, stop de muziek op een willekeurig moment. Zeg tegen je kleine dat hij/zij ook moet stoppen. Als jullie allebei stilstaan, zet je de muziek weer aan en weer uit. Doe dit steeds weer opnieuw.
• Pak een zaklamp en volg samen de schaduwen in een verduisterde kamer. Maak verschillende vormen met je hand en laat je kindje dit ook doen. Vraag welke schaduw van wie is. Doe het licht aan, de schaduwen verdwijnen, en doe het licht weer uit. Doe dit steeds weer opnieuw. Kleine kinderen houden van dingen die plots opduiken als verrassing.

Spelletjes voor peuters van 12 tot 24 maanden:

• Plaats speelgoed of voorwerpen van verschillende grootte en textuur in een zak. Vraag aan je kindje om zijn of haar hand in de zak te stoppen, zonder te kijken! En een voorwerp aan te raken en dan te raden wat het is zonder het eruit te halen. Laat je kindje alle voorwerpen in de zak raden en haal ze er een voor een uit.
• Snij verschillende soorten fruit in stukjes en leg het met je kindje op een bord. Gebruik de stukken om kenmerken van je gezicht te beklemtonen of emoties te benadrukken. Leg bijvoorbeeld ronde schijfjes kiwi op je ogen. Maak lippen van een schijfje sinaasappel. Snij druiven in de vorm van tanden, een oor uit een appel, enzovoort. Wanneer je kind hetzelfde doet, lach of toon dat je verrast bent.

• Gebruik grote kartonnen dozen om tunnels te maken. Plaats iets aan het einde de tunnel of sluit hem af, zodat je kleine hem moet proberen te openen. Als je voor de laatste doos in de tunnel een kleine doos gebruikt, moet je peuter zijn of haar lichaam uitrekken om erdoor te raken, waardoor hij zijn ruimtelijke waarneming kan ontwikkelen. Dit spel is ook nuttig voor de ontwikkeling van motorische vaardigheden en coördinatie. Belangrijk om hierbij goed op te letten wat je kleine aan het doen is.